De meeste wijnen die nu te koop zijn, in de supermarkt en wijnspeciaalzaak, zijn geschikt – en bedoeld – voor directe consumptie.
De meeste witte- en rosé wijnen drink je binnen één tot twee jaar na het oogstjaar dat op het etiket staat. Rode wijnen kun je over het algemeen wat langer bewaren. Dit is wel afhankelijk wat voor wijn het betreft en waar deze wijn vandaan komt. Lees hier welke wijnen geschikt zijn om te bewaren. Heb je de juiste wijnen gevonden en wil je die bewaren? Hou dan rekening met de vijf regels voor een ideale wijnopslag:
- Stabiele temperatuur:
Het liefst tussen 10 en 12°C. Een paar graden meer of minder is geen ramp, extreme temperaturen en wisselende temperaturen zijn wel absoluut te vermijden. - Aangepaste vochtigheidsgraad:
De ideale vochtigheidsgraad ligt tussen 65 en 80%. Een te lage vochtigheid droogt de kurk uit en de wijn kan gaan lekken. Een te hoge vochtigheid kan schimmelvorming geven en de etiketten aantasten. - Goede luchtcirculatie:
Dit is ook belangrijk: bij te weinig circulatie kunnen er ‘vieze geurtjes’ in uw kelder ontstaan en deze kunnen via de kurk in de wijn terechtkomen. - Optimale duisternis:
Dit is belangrijk omdat licht, en in het bijzonder UV-stralen, een funeste invloed hebben op de veroudering van de wijn door oxidatie. - Trillingsvrij:
Zodat de wijn rustig kan rijpen en de moleculenstructuur niet door trillingen verstoord wordt.
bron: www.brouwland.com
1 gedachte over “De vijf regels voor een ideale wijnopslag”
Pingback: Welke wijnen zijn geschikt om te bewaren? - mijnwijncursus.nl